Page 23 - biomimicry V4
P. 23
LESBRIEF ORIENTATIE
023



STAPTAAK 2 VLIEGEN ALS EEN VOGEL

Er zijn allerlei soorten vogels. Je hebt de piepkleine musjes die razendsnel door je tuin fitsen. Maar er zijn ook van
die statige vogels als de ooievaar, die hoog in de lucht rondzweven alsof het geen enkele moeite kost.

Elke vogel is perfect gebouwd voor zijn eigen leefwijze. Een mus zou helemaal niet blij zijn met de vleugels van
een ooievaar. Met zulke vleugels zou de mus iedere keer uit de bocht vliegen. En de ooievaar zou zich een onge-
luk moeten klapperen met mussenvleugels, anders zou hij uit de lucht vallen.

1. Ga naar de opdracht ’vliegen als een vogel’ op biomimicryweb /oriëntatie en bekijk de flmpjes.

2. Beschrijf welke (vlieg) eigenschappen de vogel heeft.

3. Teken de vorm van de vleugels. Kies daarbij uit de onderstaande vormen. Vergelijk deze met de vleugels uit de
tabel. Van welke vogel is welke vleugel?





Bron: http://www.aviary.org
4. Bekijk onderstaande vliegtuigen. Welke vliegtuigvleugel hoort bij welke vogelvleugel? Vul de tabel verder in.

Vogel Vleugelvorm Vliegeigenschappen Vliegtuig



................................................................
................................
................................................................

Sportvliegtuig


................................................................
................................
................................................................

Spionagevliegtuig



................................................................
................................
................................................................

Zweefvliegtuig


................................................................
................................
................................................................

Concorde



................................................................
................................
................................................................
Helicopter

Resultaten Hulpmiddelen en bronnen

• De ingevulde tabel. Hulpmiddelen: Een computer met een internet
browser.
Bronnen: Biomimicryweb
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28